Het uitgangspunt van de WOR is dat één ondernemer één onderneming in stand houdt waaraan één or is verbonden. Maar in de praktijk blijken veel ondernemingen aan groepen verbonden waarin één ondernemer (de moedervennootschap) de centrale leiding uitoefent.
En dan?
De zeggenschap over het gehele concern wordt dan op het hoogste niveau door de moedervennootschap uitgeoefend, terwijl de medezeggenschap veelal lager in het concern, bij de dochtervennootschappen, wordt uitgeoefend. Het uitgangspunt ‘medezeggenschap volgt zeggenschap’ is binnen concernverhoudingen dus problematisch.