Indien de OR geen toestemming heeft verleend dan kan de ondernemer de kantonrechter vragen vervangende toestemming te verlenen. Deze procedure kan desgewenst worden gestart met het inroepen van advies en bemiddeling door de bedrijfscommissie. Als de bemiddeling niet slaagt, dan kan de ondernemer zich bij verzoekschrift tot de kantonrechter wenden.
Als de ondernemer overgaat tot het vragen van advies aan de kantonrechter dan wordt dit verzoek als volgt getoetst:
- Was het onthouden van de toestemming een onredelijk besluit van de OR?
- Is het voorgenomen besluit noodzakelijk door zwaarwegende bedrijfsorganisatorische, bedrijfseconomische of bedrijfssociale redenen?
Als beide vragen bevestigend moeten worden beantwoord dan zal de kantonrechter vervangende toestemming verlenen.
Bij de eerste vraag – of het onthouden van de toestemming een onredelijk besluit was – gaat het om een belangenafweging. Volgens de parlementaire geschiedenis wegen de argumenten van de ondernemer zwaarden dan die van de OR voor het onthouden van de instemming.